vrijdag, februari 24, 2006

7. Wetsvoorstel: Geweldplegers kunnen uit huis vertrekken willen vrouwenhulpverlening, justitie en politie

Geweldplegers kunnen uit huis vertrekken
De Gelderlander; Door EELCO VAN DER LINDEN en ALEX BOGERS; 21 februari 2006

Plaats niet de slachtoffers van huiselijk geweld – tijdelijk – uit huis, maar de daders. Dat is het voorstel van de ministers Donner en Remkes. Hulpverleners zijn zeer enthousiast; de gemeenten, die een hoofdrol in de uitvoering krijgen toebedeeld, blijven tegen. „We doen al genoeg.“

Eindelijk. Wie professioneel betrokken is bij huiselijk geweld in Nederland, heeft geen twijfel: de wet die het mogelijk moet gaan maken om de geweldplegers tijdelijk de toegang tot het huis te ontzeggen, had er al veel eerder moeten zijn. „Er is een enorme behoefte aan. Een huisverbod is gewoon eerlijker en biedt meer kans op gerichte hulp voor beide partijen“, zegt Ingrid Dechesne van het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Fryslân.

Geweld binnenshuis is de meest voorkomende vorm van geweld in de samenleving, waarbij ook de meeste slachtoffers vallen. Maar een aanpak die verder gaat dan het afschermen van een vrouw in een Blijf-van-mijn-lijf-huis, heeft pas de laatste tijd meer steun gekregen. Deches- ne: „Iemand uit huis zetten is een zeer zware maatregel, die betrekking heeft op zijn grondrechten. Je moet er zorgvuldig mee omspringen.“

De hulpverlening ziet grote kansen bij een huisverbod, maar wil het niet zien als een strafmaatregel. Johan Gortworst, woordvoerder van de federatie van alle opvangplaatsen in Nederland, vindt dat een huisverbod bedoeld is voor situaties waarin je nog kunt praten en afspraken maken met de pleger. „Het zal afschrikkend werken en helpen bij preventie. Wij zijn er erg voor, als de veiligheid van het slachtoffer maar gegarandeerd is. Voor zware gevallen is het niet geschikt.“ De regering rekent erop dat de vele advies- en meldpunten die de afgelopen tijd zijn ontstaan, de uitvoer van de wet zullen ondersteunen. Ingrid Dechesne is het hiermee eens. „De drempel is verlaagd, we krijgen veel meer meldingen binnen, waardoor dus eerder in conflicten kan worden ingegrepen. We hebben korte lijnen naar politie én hulpverleners. Alles is er klaar voor.“

De regering wil dat de gemeenten beleid ontwikkelen voor huiselijk geweld, maar ook dat ze het voortouw nemen bij de uitvoer van deze maatregel. De gemeenten staan echter op het onvermurwbare standpunt dat het geen taak is van de burgemeester om strafrechtelijk in te grijpen, ook al krijgen ze wel meer bevoegdheden om verkeers- en milieuovertreders te beboeten. „Een huisverbod is prima, maar wel opgelegd door het openbaar ministerie. De burgemeester moet niet op de stoel van de officier van justitie gaan zitten“, zegt de Utrechtse burgemeester Annie Brouwer-Korf, tevens vice-voorzitter van de VNG.

De zienswijze van de burgemeesters wordt niet gedeeld door de politiecommissarissen, die hun agenten geconfronteerd zien worden met de gevolgen van het geweld. De commissarissen zien het huisverbod als een middel om meer greep te krijgen op de geweldplegers. Slechts eenderde van alle slachtoffers doet nu aangifte bij de politie.

Politie vindt weg via OM en rechter te omslachtig

„Met de rest gebeurt dus niets“, zegt Gerda Dijksman, commissaris bij het politiekorps Zuid-Holland-zuid en leider van een landelijk politieproject over huiselijk geweld. Om diezelfde reden vroeg het Nederlands Politie Instituut in 2004 al om haast te maken met de nieuwe wet.

Politiemensen vinden de weg via het openbaar ministerie en de rechter te omslachtig en te lang. Zij baseren zich daarbij op onderzoek van hulpverleners. Die stellen dat het belangrijk is om direct in te grijpen. De dader wordt direct met zijn fout geconfronteerd. Bij lang wachten zakt het schuldgevoel weg. En ook het slachtoffer gaat de klappen relativeren. Bovendien is het volgens de politie domweg de taak van de gemeente om een sturende rol te spelen bij de hulpverlening. De VNG vindt dat de gemeenten dat al doen. „Bijna driekwart van de gemeenten heeft programma’s om huiselijk geweld tegen te gaan en hulp te verlenen“, zegt een woordvoerder. „Dat vinden wij genoeg.“

Opvangplaatsen-coördinator Johan Gortworst vermoedt ‘koudwatervrees’ bij de gemeenten. „Ze zijn bang dat het fout gaat en dan de rekening gepresenteerd krijgen.“ Gortworst vindt dat flauw en onderstreept dat de maatregel al lang en goed werkt in Duitsland en Oostenrijk.

Slachtoffer meestal een vrouw

In 80 procent van de gevallen van huiselijk geweld is een vrouw het slachtoffer. 18,5 procent van de slachtoffers is man. Bij ongeveer eenderde van de gevallen liggen relatieproblemen ten grondslag aan het geweld.

In 2004 vonden naar schatting 56.000 incidenten plaats. De politie hield in 58 procent van de aangiften een dader aan.

Geen opmerkingen: